Stappenplan voor het maken van een ondernemingsplan – Student Company Mbo

Een bedrijf heeft altijd een naam. Een goede bedrijfsnaam is kort en krachtig en draagt uit waar het bedrijf voor staat. Op het eerste gezicht heeft een goede bedrijfsnaam niet altijd een duidelijke link met het bedrijf. Als de klant doordenkt, wordt hij aangenaam verrast. Denk maar aan Amazon, 's werelds grootste boekenwinkel. Waar denk je dat deze naam op slaat?

Tip: kijk eerst of je een website met de naam van jullie bedrijf kunt maken. Is de domeinnaam nog beschikbaar, of heeft iemand anders die website al? Je kunt dit controleren op www.sidn.nl. Typ bijvoorbeeld “amazon”. Je ziet dan of de website amazon.nl nog vrij is.

Bedrijfsnaam:

Dat wil zeggen dat dit onze belangrijkste product(en) en/of dienst(en) is/zijn:

Dit is onze belangrijkste doelgroep:

Op basis van jullie concurrentieonderzoek hebben jullie een productomschrijving, een doelgroep en een Unique Selling Point (USP) geformuleerd. Wat voor dienst of product gaan jullie als bedrijf leveren en aan wie? Beschrijf hier je Unique Selling Point (USP):

Onze eigen ervaring met deze diensten/producten (beantwoord deze vraag namens het teamlid met de meest relevante ervaring):

Wat is het probleem van jouw klant? Bijvoorbeeld:

In mijn stad zijn veel kappers, maar de meeste zijn te duur. Er zijn maar weinig kappers die zich op mannen richten. Mannen vinden het prettig om naar een herenkapper te gaan. Hun probleem is: waar vind ik een betaalbare herenkapper?

Beschrijf het probleem van jouw klant:

Jullie hebben de Job Personality test, de kleurentest en/of de Belbin-teamrollentest gedaan. Aan de hand van de uitslag van deze testen, hebben jullie meer inzicht gekregen in jullie persoonlijke kwaliteiten en valkuilen en hebben jullie de functies binnen je bedrijf verdeeld. Vat hieronder per teamlid samen wie je bent, wat jouw persoonlijke kwaliteiten en valkuilen zijn en hoe dit tot uiting komt in ondernemerschap. Beschrijf ook welke functie binnen het bedrijf ieder teamlid vervult en waarom jullie voor deze functie gekozen hebben.

Veel ondernemers denken: de hele wereld mag mijn klant worden! Maar zou jij iets op een website kopen waarop staat: “Wij verkopen spullen voor de hele wereld!” Nee, toch? Je koopt je spullen liever bij een winkel die precies bij jou past.
Bijvoorbeeld: een man zoekt een mooi pak. Hij wil een eigen bedrijf starten en moet straks naar klanten toe. Hij ziet in de stad twee winkels:


1. “Kleding voor het hele gezin!”
2. “Herenkostuums tegen scherpe prijzen!” Bij welke winkel zal hij naar binnen gaan, denk je? De tweede, toch?
Zo is het ook met jouw bedrijf: durf te kiezen voor een duidelijk verhaal.

In de uitwerking van jullie persona hebben jullie al zo concreet mogelijk omschreven wie jullie klant is. Wie is jullie klant? Vat de klant samen in maximaal zes zinnen:

Ga naar Google Trends
Met welke zoekwoorden gaat jullie klant op Google zoeken? Vul deze zoekwoorden in. Dat kan bijvoorbeeld zijn: ‘dameskapper Rotterdam’ of ‘koerier Utrecht’.

Je ziet dan een resultaat zoals dit:



Kijk eens naar de blauwe lijn die je ziet bij jouw zoekwoorden. Geef antwoord op de volgende vragen.

Mijn blauwe lijn gaat:

Gaat de blauwe lijn ergens in het jaar plotseling een paar maanden omhoog (een piek)? Of gaat de blauwe lijn ergens in het jaar plotseling een paar maanden omlaag (een dip)?

Welk van de volgende manieren gaan jullie gebruiken om je klant te bereiken?

Op basis van de zeven P’s hebben jullie een marketingmix samengesteld. Wat zijn de belangrijkste redenen voor klanten om bij jullie te kopen? Selecteer jullie vier belangrijkste P’s.

Je boodschap staat vaak in een korte tekst (zoals op een flyer of op je website). Je kunt je boodschap ook in een verhaaltje vertellen (zoals een kort verhaaltje op een podium of op een netwerkborrel).

Sommige mensen schrijven voor hun werk teksten. Die mensen hebben heel goed nagedacht over wat de beste manier is om een tekst met jouw boodschap te maken. De beste manier noemen ze: AIDA. Dat betekent:

1. Attention (aandacht): kies een eerste zin die meteen de aandacht van de klant trekt.
2. Interest (interesse): leg uit over welk probleem die eerste zin gaat. Waarom is dat interessant voor de klant?
3. Desire (verlangen en wensen): vertel hoe fijn het zou zijn voor jouw klant als zijn probleem is opgelost.
4. Action (actie): vertel wat de klant moet doen om het probleem te laten oplossen (door jou, natuurlijk).
Voorbeeld:
A: “Zin in koffie?” (Dit staat bijvoorbeeld in grote letters op een poster)
I: “Na een dagje winkelen heb je vast zin in een kopje koffie. Maar waar is in Gouda een leuke koffiezaak?”
D: “Wil je ook heel graag even lekker in een stoel zitten en bediend worden? Wil je ook een lekker kopje koffie drinken en gezellig praten over de leuke dag?”
A: “Kom naar de nieuwe koffiezaak in het centrum van Gouda! We zitten op de Lange Viestraat 35.”

We gaan proberen samen een tekst te schrijven volgens AIDA. Dat is misschien moeilijk, maar we proberen het!

We beginnen met de I, van interesse. Schrijf op wat je tegen je klant wil zeggen. Doe net alsof je tegen hem praat. Laat zien dat je zijn probleem begrijpt. Maak het interessant voor hem of haar.

Bijvoorbeeld:
“We begrijpen dat je naar de kapper wilt. En we begrijpen ook dat je daar geen € 30 voor wilt betalen.”
Of:
“Was uw pakket niet op tijd bij de klant? Dat is heel vervelend.”

En nu jullie:

Daarna doen we de D van Desire (verlangen). Wat wenst de klant? Wat wil hij graag? Begin een zin met “Het zou heel prettig zijn als ….”. Vul de zin aan met jouw oplossing.

Bijvoorbeeld:
“Het zou heel prettig zijn als er een betaalbare en professionele kapper in uw wijk zat. Dat zou fantastisch zijn, toch?”

En nu jij:

Vertel nu dat die wens (desire) beantwoord wordt … door jullie! Jullie kunnen het probleem oplossen. Dat is de 2e A, van Action (actie).

Bijvoorbeeld:
“Die kapper is er nu! Wij zitten aan de Eikenlaan 14. Bel meteen voor een afspraak: 010-1234567.”

En nu jullie:

Daarna moeten we alleen nog die eerste, korte zin doen. Dat is de 1e A, van Attention, aandacht! Lees de drie zinnen die je geschreven hebt nog een keer. Wat moet de aandacht trekken?

Bijvoorbeeld:
“Wil je een nieuw kapsel?”

En nu jullie:

In een eerdere opdracht hebben jullie een financieel plan gemaakt. Pak dit plan erbij. Jullie gaan de informatie uit jullie financiële plan nu stap voor stap invullen, zodat dit in jullie ondernemingsplan wordt opgenomen.

Stap 1: Verdienmodel Jullie hebben een keuze gemaakt voor een verdienmodel. Welk verdienmodel hebben jullie gekozen en waarom? Begin de zin met "Wij hebben gekozen..."

Stap 2: Investeringen
Welke eenmalige investeringen moeten jullie doen? Som hieronder jullie investeringen op.

Welke kosten maken jullie voor jullie bedrijf? Welke bedragen betalen jullie per maand? Denk bijvoorbeeld aan abonnementen en telefoonkosten. Vul in welke kosten jullie maken en hoeveel geld dat per maand kost.

De prijs waarbij je uit de kosten komt, noem je de kostprijs. Wat is de kostprijs van jullie product?

De prijs waar je winstpercentage bij zit, noem je de verkoopprijs. Wat is de verkoopprijs van jullie product?

De consumentenprijs is de verkoopprijs met daarbij opgeteld het btw-percentage. Wat is de consumentenprijs van jullie product?

Wanneer je je kostprijs, verkoopprijs en consumentenprijs weet, bereken je de verwachte omzet. Wat is jullie verwachte omzet per maand?

Naast jullie financiële plan, hebben jullie ook een investeringsplan gemaakt. Pak jullie investeringsplan erbij. Hoeveel geld hebben jullie nodig om je bedrijf goed te kunnen starten?

In jullie investeringsplan hebben jullie ook beschreven hoe jullie het startkapitaal gaan verzamelen. Bijvoorbeeld door het starten van een crowdfundingcampagne of het verkopen van aandelen. Beschrijf kort jullie plan van aanpak.